Het 6de Duitse Pantserleger onder het bevel van Veldmaarschalk Sepp Dietrich was samengesteld uit SS divisies die berucht waren om hun fanatisme en hun wreedheid. Ze kregen het bevel de Maas over te steken tussen Hoei en Luik. Hiervoor waren wegen aangeduid in een deel van de Ardennen, dat zeer ongeschikt was voor pantsercolonnes.
De eerste doorbraak moest uitgevoerd worden door de 12de Panzer SS en de 1ste Panzer SS, waartoe de Kampfgruppe onder bevel van Lt. Kolonel Joachim Peiper behoorde. Hij was de voormalige adjunct van Himmler tijdens de Russische Campagne. Vervolgens was het de taak van de 2de en de 9de Panzer SS om van de doorbraak gebruik te maken en door te stoten naar Antwerpen en er de haveninfrastructuur te veroveren.
Hoewel ze verrast waren door het uitbreken van het offensief, herstelden de Amerikaanse eenheden hun verdedigingslinies, verhinderden ze de vooruitgang van de Duitse colonnes en bezorgden de pantsereenheden veel oponthoud.
Tiger 2 Tank in La Gleize 2021-11-06
Wegens de schermutselingen met de Amerikaanse eenheden was Peiper meermaals gedwongen om zijn weg te wijzigen, en werd hij berucht door talrijke moordpartijen onder burgers en Amerikaanse gevangenen. Tenslotte werd de Kampfgruppe Peiper tot staan gebracht in La Gleize. Ook de 12de, 2de, en 9de Panzer SS werden tot staan gebracht. De doorbraak van het 6de Duitse pantserleger mislukte uiteindelijk.
Het opperbevel begreep dat het 6de Duitse leger de Maas nooit zou bereiken, en trok het weg uit de gevechtszone met het bevel om zich naar het oostfront te verplaatsen om daar de Russische troepen tot staan te brengen in hun opmars naar Duitsland.
1. Henri-Chapelle
Voorlopig aangelegd in september 1944 door de 1ste Infantry Division, afgewerkt in 1960 en op 9 juli van datzelfde jaar ingehuldigd. 7992 Amerikaanse soldaten die de dood vonden tijdens de Slag om de Ardennen en tijdens de gevechten in Duitsland in de herfst en de winter 44 liggen er begraven. Er rusten ook neergeschoten Amerikaanse vliegeniers.
Belangrijkste Amerikaanse militaire begraafplaats in België met schitterende ligging uitziend over het Landschap Van Herve en de vallei van de Berwinne (2007-04-29).
De ingang van dit kerkhof wordt gevormd door twee gebouwen die met elkaar verbonden zijn door zuilen waarop de namen gegrift staan van 450 Soldaten die als vermist of onbekend worden opgegeven. In het gebouw rechts is een kapel, en het linkse gebouw geeft een overzicht van de militaire operaties aan de hand van grote wandkaarten. Met het aangezicht naar de graven staat een bronzen aartsengel die een lauriertak aanbiedt aan de helden, een kunstwerk van Donald Hord uit San Diego.
(2007-04-29)
2. Eupen
Eupen, nabij de Hoge Venen en het Hertogenwald, lag op de aanvaarroute voor het overbrengen van versterkingen naar de gevechtzones, en bekleedde daarom een bijzondere strategische positie. De Stad onderging derhalve intense bombardementen van de luchtmacht en vanwege de artillerie.
Opgedragen aan de 1ste Infantry Division" The Big Red One" (2007-03-18).
3. Elsenborn
Terwijl ze zich klaarmaakte om een belangrijke aanval uit te voeren om de stuwdammen van de Ruhr ten noordoosten van Monchau in te nemen, werd de 2de Infantry op 16 december verrast door het Duitse offensief en gedwongen om defensieve stellingen in te nemen. Reeds vanaf de eerste dagen van de Slag om de Ardennen kreeg de heuvelrug van Elsenborn, waar zich belangrijke concentraties van Amerikaanse artillerie bevonden, een symboolfunctie. De waakzaamheid en het verzet van de Amerikaanse eenheden verhinderden dat het 6de Duitse pantserleger de bruggen van de Maas kon bereiken. De Amerikaanse generale staf beweerde zelfs dat de Slag om de Ardennen reeds vanaf de eerste dagen in hun voordeel beslist was op de hoogten van Elsenborn.
Herdenkingsmonument in Elsenborn (2007-03-18).
Truschbaum Museum
Museum ingehuldigd op 12 september 1998, dat de geschiedenis weergeeft van het militair kamp van Elsenborn, dat in 1895 gebouwd werd door de Pruisen. Het diende achtervolgens als instructiekamp, als militair depot, en om er Russische en Poolse gevangenen in onder te brengen. Vandaag wordt het gebruikt door het Belgische leger. Het museum brengt de honderdjarige geschiedenis van het kamp tot leven en staat ook stil bij de Slag om de Ardennen dankzij diorama’s en documenten uit die periode.
4. Krinkelt-Rocherath
Word ook “tweelingdorp” genoemd. Deze dorpen werden over een langgerekt front verdedigt door de pas in Europa ontscheepte 99ste Infantry die er al snel haar vuurdoop zou krijgen in bijzonder hevige gevechten tegen de geharde troepen van het 6de Duitse pantserleger. Vanaf 16 december brachten de “groentjes” van de 99ste Infantry, bijgenaamd de “Battle Babies”, de Duitse eenheden tot staan en vertraagden danig hun opmars naar de Maas. Niettemin verlieten ze op 19 december het “tweelingdorp” om nieuwe defensieve stellingen in te nemen rond Wirtzfeld en op het plateau van Elsenborn.
Gedenkteken opgedragen aan de strijders van de 99ste Infantry Division “Checkerboard” voor hun heldhaftige verdediging van de noordelijke sector. (2007-03-18).
Gedenkteken voor de 2de Infantry Division “ Indian Head” die in deze streek vocht voor de vrijheid (2007-03-18).
5. Büllingen
Toen hij reeds vanaf de eerste uren van het offensief vastraakte in de opstoppingen veroorzaakt door konvooien tanks en militaire voertuigen, besloot Kolonel Peiper zijn route te wijzigen en gebruik te maken van wegen die aan andere eenheden van het 6de Leger waren toegewezen. Hij beval om langs Büllingen te rijden, om daar een Amerikaans benzinedepot te veroveren en zo de bevoorrading van zijn voertuigen veilig te stellen. Amerikaanse gevangenen werden gedwongen deze bevoorrading uit te voeren.
Gedenkteken opgericht als herinnering aan de moedige strijders van de 1ste Infantry Division “The Big Red One” die gedurende een maand beletten dat de troepen van het 6de pantserleger hun opmars naar de Maas verder te zetten. Daarna namen ze deel aan de herovering van de regio. (2007-03-18).
6. Bütgenbach
Gedurende twee dagen van hevige gevechten van 18 tot 20 december, sloeg een eenheid van de 1ste Infantry met de hulp van pantsers de herhaalde aanvallen van de 12de Panzer SS van het 6de pantserleger af. Deze leden ook aanzienlijke verliezen aan materieel en mensenlevens.
Monument : Gedenkplaat die herinnert aan het feit dat Generaal Eisenhower in december 1944 meerdere dagen doorbracht in het dorp. (2007-03-18).
7. Baugnez
Toen hij vernam dat een Amerikaanse brigade luchtafweergeschut haar hoofdkwartier had in Ligneuville, besloot Kolonel Peiper op te rukken naar dit dorp om er het stafpersoneel gevangen te nemen.
Op 17 december, aan het kruispunt van Baugnez, werd een Amerikaans konvooi, op weg van Malmédy naar Saint-Vith, aangevallen door Kampfgruppe Peiper. Na een kort maar hevig gevecht werd duidelijk dat de situatie van de Amerikanen hopeloos was. Enkele doden waren reeds gevallen, andere GI’s slaagden erin om te vluchten, maar de meeste werden gevangen genomen en samengebracht in een weide aan de kant van de weg. Terwijl de pantsers van de Duitse voorhoede hun weg naar Ligneuville vervolgden, opende de rest van de Duitse colonne die bij het kruispunt aankwam het vuur op de gevangenen. Enkelen van hun vluchtten in een naburig café, maar dit werd door de Duitsers in brand gestoken en de overlevenden werden afgemaakt.
Monument opgedragen aan de 84 Amerikaanse krijgsgevangenen die op 17 december door de mannen van Kampfgruppe van Kolonel Peiper neergeschoten werden. Het perk bloemen bestaat uit rozen die geschonken werden door rozenkwekers uit Tyler (Texas). (2007-03-18).
8. Ligneuville
De Amerikaanse officieren die ondergebracht waren in Hotel du Moulin werden verrast door de plotse verschijning van de pantsers van de voorhoede van Peiper. In allerlei lieten ze hun maaltijd achter en slaagden erin om te ontsnappen. De 9de Armored Stelden drie Duitse pantsers buiten gevecht. De woedende SS schoten uit wraak acht Amerikaanse soldaten neer.
Monument opgedragen aan de acht Amerikaanse gevangenen van de 9de Armored die in de omgeving van het hotel neergeschoten werden door de voorhoede van Kampfgruppe Peiper. (2007-03-18).
9. Saint-Vith
Het veroveren van de stad was van levensbelang voor de Duitse troepen. De talloze burgers die de gevechten ontvluchtten en de opstoppingen veroorzaakt door de militaire konvooien vertraagden echter aanzienlijk de vorderingen van de aanvallers.
Op 18 december werd de 7de Armored haastig vanuit Nederland naar de gevechtzone gehaald en onmiddellijk ingezet voor de verdediging van Saint-Vith en omgeving. Hun hoofdkwartier was in Vielsalm gevestigd.
Volgens de plannen van de Duitse bevelhebbers moest Saint-Vith met zijn belangrijke verkeersknooppunt en spoorverbindingen tegen de avond van 17 december onder controle zijn. De koppige verdediging van de Amerikaanse troepen veroorzaakten echter een vertraging van vijf dagen en uiteindelijk besloten de Duitsers via het noorden en het zuiden om de stad een te trekken en zo hun opmars verder te zetten. Zo werd de stad een vooruitgeschoven post omringd door oprukkende vijandelijke troepen en was op die manier makkelijk te omsingelen en bijna onverdedigbaar geworden. Tegen de zin van de Amerikaanse bevelhebbers beval Maarschalk Montgomery op 22 december de terugtrekking van zijn troepen. Ze namen nieuwe defensieve stellingen in achter de rivier de Salm. Onder helse beschietingen slaagden de 20.000 verdedigers erin om de stad te evacueren, waarop de Duitse troepen Saint-Vith onmiddellijk bezetten.
Met een reeks bijzonder zware bombardementen op 24, 25 en 26 december reduceerden de geallieerden Saint-Vith tot een stad in ruïnes. Tenslotte werd Saint-Vith op 23 januari 1945 heroverd door de 7de Armored, die een maand eerder gedwongen was om de stad te verlaten.
Gedenkteken opgedragen aan de 106de Infantry Division “Golden Lions” die vocht in de Sneeuw Eifel en talrijke gevangenen telde. (2007-03-18).
Gedenkteken opgericht voor de 2de Infantry Division "The Indian Head" die voor de vrijheid vocht (tegenover de begraafplaats) 2007-04-29.
Monument voor de burgerslachtoffers die vielen tijdens de geallieerde bombardementen op de stad. (begraafplaats) 2007-04-29.
Monument aan de overkant van de begraafplaats. 2007-04-29.
Gedenkplaat opgedragen aan de 7de Armored Division (muur aan het stadhuis). 2007-04-29.
10. Poteau
Poteau was een belangrijk strategisch kruispunt omwille van zijn ligging op de bevoorradingsroute Saint-Vith – Vielsam – Baraque de Fraiture van het 7de Armored maar ook omdat het op één van de wegen lag die het 6de pantserleger gebruikte bij zijn opmars.
Een week lang vanaf 18 december waren er hevige gevechten tussen de 14de Cavalry Group en elementen van de 1ste Panzer SS en later de 9de Panzer SS. Om beurten maakte Amerikanen en Duitsers zich van het kruispunt meester. Op kerstavond verlieten de Amerikanen op bevel van hogerhand het dorp om terug te plooien naar Vielsalm. Desondanks werd de opmars van het 6de Pantserleger fel vertraagd.
Het kruispunt kreeg van de gevechtstroepen de bijnaam “Dante’s Hell” en diende eveneens als “decor” voor een filmreportage van de Duitse progagandadienst.
Poteau 44 museum
In een voormalig douanekantoor toont men diorama’s, documenten, en foto’s die vooral gebaseerd zijn op de gevechten die plaatsvonden omheen het kruispunt, met tevens enkele militaire voertuigen.
Museum Poteau 44 (2007-03-18).
Het museum van Poteau is enerzijds binnen en anderzijds buiten. Het is een zeer mooi ingericht museum met tal van voertuigen en mooi uitgebeelde scènes met zeer mooi uitgedoste poppen. Buiten kan men nog enkele pantsers bewonderen en 600 meter verder dan het museum vindt men een gedenksteen ter herinnering van de hinderlaag van 18 december 1944 in Poteau.
Poteau (2007-04-29).
Poteau (2007-04-29).
Russische tank SU 100 uit 1944. (2007-04-29).
Gedenksteen ter herinnering aan de hinderlaag van 18 december 1944. (2007-04-29).
11. Vielsalm
Op 17 december besliste Generaal Hasbrouck, commandant van de 7de Armored om zijn hoofdkwartier in Vielsalm te vestigen om van daaruit de eenheden te leiden die moedig zouden strijden in de sector Vielsalm – Saint-Vith – Gouvy. Ze zouden zorgen voor groot oponthoud bij de opmars van de troepen van het 6de Pantserleger van Sepp Dietrich, die nochtans veel talrijker waren. Op bevel van Maarschalk Montgomery om terug te plooien moest Generaal Hasbrouck op 23 december zijn hoofdkwartier verlaten.
Opgedragen aan de 7de Armored Division, aan hun bevelhebber Generaal Habrouck en aan 3500 gesneuvelden in de omgeving van Saint-Vith. (2006-11-26).
Sherman tank als symbool van de hevige weerstand van de 7de Armored Division en de eenheden eraan verbonden. Zij hielden de opmars van het 6de Pantserleger op en maakten het op die manier mogelijk een tegenoffensief voor te bereiden. 2006-11-26).
Monnument opgedragen aan de "Chasseurs Ardennais" (2006-11-26).
Gedenkteken opgedragen aan de weerstanders van het verzet. 2007-04-29.
12. Grand-Halleux
Met het bevel om de 82ste Airborne af te lossen, nam de 75ste Infantry positie in aan het front van de Salm. In de vroege morgen van 15 januari verlieten ze Grand-Halleux om de heuvels in de omgeving in te nemen.
Gedenkplaat aan de strijders van het 291 ste Infantry Regiment van de 75 ste Infantry Division en aan de burgers die de dood vonden tijdens de Slag om de Ardennen. (2007-04-29).
13. Neufmoulin
Kampfgruppe Peiper kwam vanuit La Gleize en moest zo snel mogelijk de Maas zien te bereiken. Hiervoor was het nodig om oversteekplaatsen te vinden voor de valleien van de Amblève en de Lienne, maar mannen van het 291ste Engineer Combat Battalion brachten hen abrupt tot stilstand. De opmars van het speerpunt van het 6de Pantserleger werd tot staan gebracht door de brug op te blazen toen de Duitse Pantsers genaderd waren tot op slechts enkele meters ervan. Zo werd de Kampfgruppe gedwongen om naar La Gleize terug te keren en een ander traject te volgen.
Opgedragen aan het 291 Engineer Combat Battalion dat zich met succes verzette tegen de opmars van de Duitse Pantsers. (2007-04-29).
N.B. : We hebben lang gezocht achter dit gedenkteken maar uiteindelijk gevonden, het dorpje bleek niemand te kennen in de buurt, gelukkig zijn er dan nog behulpzame mensen die zich te moeite doen om te informeren en het ons dan de weg hebben uitgelegd. Het ligt eigenlijk op het grondgebied van Stoumont en nabij La Gleize.
14. Trois-Ponts
Op 18 december kwam de voorhoede van Peiper uit de richting van Stavelot. Ze hadden besloten om door te stoten naar Trois-Ponts en Werbomont, en vandaar naar de bruggen over de Maas. Bij het naderen van de Duitse pantsers lieten de mannen van het 291ste Engineer Combat Battalion de bruggen over de Amblève ontploffen. Zo dwongen ze de pantsercolonne haar weg te wijzigen en zich naar La Gleize en Cheneux te richten om uit de nauwe vallei van de Amblève te geraken. De woedende SS doodden uit wraak een aantal burgers. Enkele kilometers verder in Neufmoulin bliezen de “Engineers” de brug over de Lienne op bij het naderen van de eerste Duitse pantsers. Peiper besloot om op zijn passen terug te keren, terug langs La Gleize te gaan en zijn opmars verder te zetten naar Stoumont en vandaar naar Werbomont.
Ondertussen kwamen de Amerikaanse para’s van de 82ste Airborne aan via de weg vanuit hun rustplaats in de omgeving van Reims. Ze moesten verzamelen in Werbomont. Het 105de Parachute Infantry Regiment had de taak om de vallei van de Salm onder controle te houden en de bezette de verdedigingslinie Trois-Ponts – Basse-Bodeux. Ze hielden de opmars van de Duitse troepen tegen, maar leden zware verliezen.
Eerbetoon aan de strijders van het 505de Parachute Infantry Regiment van de 82ste Airborne Division (tegenover de kerk) (2007-04-29).
15. La Gleize
Op 18 december trok de voorhoede van Kampfgruppe Peiper door La Gleize en besloot langs Cheneux te gaan om Werbomont te bereiken en daarna de Maas
“Koningstijger” tank, die eraan herinnert dat Kampfgruppe Peiper “Speerpunt” van het 6de pantserleger tot stilstand gebracht werd in La Gleize en de Maas nooit zou bereiken. (2006-11-26).
In Neufmoulin was echter de brug over de Lienne net opgeblazen en Amerikaanse para’s hadden met de steun van een pantsereenheid de vallei van de Amblève vakkundig afgesloten. Peiper werd gedwongen weer te keren naar La Gleize en er defensieve stellingen in te nemen in de bossen. Tijdens de nacht van 22 op 23 december probeerde de Luftwaffe om Kampfgruppe Peiper te bevoorraden, maar de meeste voorraden kwamen neer buiten het gebied dat de Duitsers bezetten. De groep was afgesloten van haar achterhoede en vocht verbeten om uit haar isolement te geraken. De 800 ontsnapten vernielden hun voertuigen en staken de Amblève en de Salm over. Te voet bereikten ze hun eenheid de 1ste Panzer SS in Wanne.
Ze werden daarop herbewapend en moesten vanaf 30 december deelnemen aan de gevechten om de “Corridor van Assenois” te dichten in het zuiden van Bastogne.
Museum december 44
Museum in La Gleize (2006-11-26)
Aan de hand van diorama’s toont dit museum de opmars van de 1ste Panzer SS en haar Kampfgruppe onder bevel van Kolonel Peiper, en uiteraard de Amerikaanse eenheden die de Duitse pantsers verschalkten. Ook de moeite waard is de rijke verzameling militaire insignes, kaarten van de troepenbewegingen, maquette van La Gleize tijdens de strijd en oude foto’s. Niet te missen is de Goliath miniatuur tank. Dit was een lading springstof op rupsbanden, die via een kabel naar de linies van de tegenstander gestuurd werd.
Het bezoek eindigt met een film die gemaakt werd aan de hand van reportages uit de tijd van de gebeurtenissen.
Gedenkplaat opgedragen aan de 3de Armored Division "Spearhead". Uitgang museum (2006-03-12).
Gedenkplaat opgedragen aan het 80ste Anti Aircraft Artillery Battalion (2006-03-12).